Afstand in plaats van nabijheid

Gepubliceerd door Oliane op 6 mei 2018

De kinderen waren aan het dollen met de slagboom. Vader Marcel riep drie keer dat ze eraf moesten blijven. Maar Sofie luisterde niet. Intussen was een boot door de sluis gevaren en het brugdek weer naar beneden. De slagboom ging snel omhoog, met Sofie er nog aan.

Na een minuut ging de slagboom weer naar beneden. "Daar stond ze", vertelt Kraan. "Ik ben even pittig tegen haar geweest, toen moest ze huilen. Daarna heb ik haar een knuffel gegeven." Ze zijn daarna naar huis gegaan, zonder een ijsje te kopen. "Daar baalden de meiden wel van."

Dit bericht komt uit een artikel[1] van het regio nieuws van de NOS. Het gaat over een achtjarig meisje met de naam Sofie dat hoog boven de grond aan een hefboom hing. Het verhaal maakte indruk op me omdat meneer Kraan, de vader van een vriendin van Sofie zich tegenover het meisje niet-empatisch gedroeg en geen respect toonde voor haar persoonlijkheid en dat ook de omstanders en de
verslasofieaanslagboom.jpgggever elkaar hierin lijken te steunen.

Ik wil hier naar deze situatie kijken vanuit de gevoelservaring van het kind omdat het de gewoonste zaak van de wereld lijkt te zijn dat men kinderen op een dergelijke manier behandelt en er niemand is die het kind verdedigt en de zienswijze van de volwassenen in het nieuwsverslag al aan de orde is gekomen. Een perceptie die gebaseerd is op oordelen, beschuldigen en straf en geen belangstelling laat zien voor hoe het kind zich voelt en wat het nodig heeft. Dit is een veelvoorkomende manier van het kind krenken door te oordelen over wat goed en fout is en het kind te straffen met onthouding van liefde. Maar de acties van een kind zijn niet goed of verkeerd. Het zijn de expressies van veelal emotionele behoeften, maar ook van lichamelijke of simpelweg onschuldig spel. Vader Kraan commandeert het meisje dat ze moet luisteren en laat Sofie weten hoe verkeerd het wel niet is om aan de slagboom te hangen en bestraft haar actie met onthouding van belangstelling en begrip voor de dieper liggende behoeften die ze met haar actie probeert te verwerkelijken en met het beloofde ijsje.

Maar zulke reacties zijn niet authentiek. Ze komen voort uit het onverwerkte verleden van de volwassene. Toen vader Marcel zelf kind was en dezelfde destructieve behandeling kreeg van zijn ouders dat hij moest gehoorzamen en er geen belangstelling was voor wat er in hem leefde. Ook de verslaggever deelt een dergelijke behandeling van het kind omdat hij schrijft vanuit het perspectief van de volwassene en niet de kant kiest van het kwetsbare kind dat alleen staat tegenover machtige volwassenen. Het is de situatie uit de kindertijd die hier nagespeeld wordt met een ander kind. Omdat het in wezen gaat om onzekere niet- authentieke volwassenen die hun ware gevoelens van het kind dat ze zelf eens waren onderdrukken en daarmee het natuurlijke vermogen tot empathie en sensibiliteit voor het lijden van een kind. De kans is groot dat ook Sofie deze vernederende ervaring van goed en fout later met haar eigen kinderen zal naspelen of misschien al veel eerder met haar broers, zussen of vriendinnen.

Want alleen op deze manier kan ze haar niet beleefde pijn en woede verplaatsen naar anderen, zoals ook Kraan zijn niet beleefde pijn en woede delegeert aan Sofie als hij zegt dat ze ‘moet luisteren’ en ‘even pittig’ is geweest tegen haar. Zonder zich af te vragen wat dat met het gevoelsleven van een kind doet. Zo kan men zich onbewust wreken voor de eigen krenkingen die men als kind heeft ondergaan. Op geen andere manier valt anders te verklaren waarom hij het kind krenkt. We kunnen onszelf echter helpen dichterbij onze oude gevoelens te komen van het kind dat we eens waren door zelfonderzoek. Als we in contact te komen met onze onderdrukte emoties kunnen we stoppen met de destructieve patronen die we thuis leerden en onze communicatie vaardigheden laten groeien naar een communicatie die vriendelijk is en onvoorwaardelijk waarbij niets wordt terug gevraagd van het kind, zodat het kind zich vrij voelt te voelen wat het voelt en te zijn op de manier waarop het wil zijn.   

Want wat we in het artikel lezen is niet een gezonde manier om met een kind om te gaan en het te helpen opgroeien tot een liefhebbende volwassene met compassie voor zichzelf en de ander. We verliezen er de verbinding mee met ons kind of een ander kind en het zal zijn of haar hart niet meer met ons willen delen. De verslaggever en de andere betrokkenen lijken er geen flauw idee van te hebben hoe diep kwetsend oordelen, beschuldigen en straffen voor het Zelf van het kind zijn en hoe onzeker men het kind hiermee maakt. Het kind voelt zich waarschijnlijk beschaamd omdat het niet zou weten hoe gevaarlijk haar actie was. ‘Pittige’ woorden, gehoorzaamheid eisen en straffen scheiden ons van degenen die we lief hebben of onder onze hoede zijn. We kunnen onszelf hierbij afvragen of we dat bij onze goede vrienden ook zo doen. Het levert spanning op bij het kind dat zich onveilig bij ons voelt en zich niet authentiek kan uiten. We creëren afstand en geen nabijheid. Maar nabijheid is de grootste behoefte van een kind en zijn of haar grootste angst deze nabijheid te verliezen. Deze verachting van de persoonlijkheid van het kind heeft blijvende gevolgen voor het hele verdere leven afhankelijk van hoe het kind zich verder ontwikkelt.    

Als vader Kraan vrij was geweest van de persoonlijke beperkingen uit zijn kindertijd -en geen gevoel van macht meer nodig heeft en niet meer de behoefte voelt angst te wekken bij een kind en zijn of haar gedrag te controleren- had hij Sofie bijvoorbeeld kunnen vragen wanneer ze weer veilig en wel op de grond was beland: “Wil je ons vertellen wat je voelde toen je daar hoog boven de grond hing?” Het meisje had er dan voor kunnen kiezen haar angst, verdriet, plezier of wat er dan ook in haar leefde te delen met de volwassenen en haar vriendinnen zonder daarbij advies te horen, kritiek of verwijten. Ze zou zich veilig gevoeld hebben, gehoord en verbonden. Kraan had zijn eigen kwetsbaarheid vervolgens kunnen tonen door te vertellen wat er in hem omging toen hij het meisje in de lucht zag hangen en niet in termen van wat goed is of verkeerd.

Hij kon bijvoorbeeld zeggen: “Ik voelde me ongerust toen ik je zag hangen aan de slagboom, omdat je jezelf zou kunnen verwonden, maar nu je weer bij me bent voel ik me opgelucht en blij.” Dat is dan zijn persoonlijke beleving waar niemand zich door bedreigd voelt, gekwetst, vervreemd en bang. Het laten zien van de eigen kwetsbaarheid kon Sofie uitnodigen meer over haar gevoelens te praten. Hiermee zouden mogelijk de onderliggende emotionele behoeften om gehoord en gezien te worden voor de volwassene begrijpelijk worden. Behoeften die vervuld kunnen worden omdat er verbinding is, begrip, respect en onvoorwaardelijke liefde.     

Dit meisje, net als heel veel andere kinderen, zijn constant overgeleverd aan de emotionele blokkeringen van volwassenen waar ze van afhankelijk zijn, thuis en op school. De meeste kinderen voelen zich onwaardig omdat ze niet als gelijke behandeld worden. Het is enkel uit angst dat het kind zich schikt. De angst om verlaten te worden door de ouders of door volwassenen die de ouders vertegenwoordigen. Daarom kan een kind niet zeggen ‘waarom behandel je me op deze manier? Ik ben het waardig om vriendelijk en met respect voor mijn gevoelens en behoeften behandeld te worden. Net zoals jij dat ook wilt’ Of  ‘ik heb behoefte aan ruimte mezelf te leven en daarbij heb ik jullie ondersteuning heel hard nodig, maar je mag me niet jouw wil opleggen want ik heb zelf een wil.’

Een kind kan alleen vrijuit praten als de omgeving niet destructief is en we in de interactie met ons kind op een manier communiceren die verbindend is, nabijheid creëert en het hart opent. Op deze manier voelt het kind zich veilig om zichzelf volledig vrij, zonder remmingen, tot expressie te brengen. Het is beslist noodzakelijk voor vrede en harmonie dat in deze gewelddadige communicatie die gemeengoed is in ons land verandering komt. Een kind dwingen tot gehoorzaamheid, beschuldigende woorden spreken en straffen als de acties van het kind voor ons onacceptabel zijn of ongemakkelijke gevoelens wekken leidt alleen tot gevoelens van schuld, angst, pijn en woede die het kind in zichzelf moet onderdrukken, wat voor heel veel spanning zorgt. Het zijn pijnlijke gevoelens die de ontwikkeling van zijn of haar authenticiteit remmen. Om zich bij de volwassene veilig te voelen en van hem of haar op aan te kunnen moet het kunnen vertrouwen op het vermogen van de volwassene respect te hebben voor zijn of haar emotionele behoeften en beperkingen. Een kind dat geholpen wordt zich vrij tot expressie te brengen en niet gedwongen wordt de behoeften van de volwassenen te bevredigen zal geleidelijk aan het vermogen ontwikkelen naar de volwassene te luisteren en genegenheid voor hem of haar te voelen.     

Optimistisch is dat de groep volwassenen, ouders en anderen, groeiende is die al begrijpen dat kinderen vriendelijkheid en respect nodig hebben die het helpen opgroeien tot empathische en gevoelige mensen die zwakkeren zullen beschermen en respecteren vooral (hun eigen) kinderen, omdat zij deze positieve ervaringen in hun lichaam bewaard hebben en hun bewustzijn niet geblokkeerd is met angst en pijn.

 

 



[1] (3 mei 2018). Daar hangt Sofie van 8, metershoog aan de slagboom. NOS. Geraadpleegd op 5 mei 2018, van
     
https://nos.nl/artikel/2230155-daar-hangt-sofie-van-8-metershoog-aan-de-slagboom.html

 

 

Tags:

Picture 44.jpg

Laatste artikelen

Archief

Platform onze kindertijd © Rupz | Inloggen beheerder.