Hoe een dramatische enscenering uit de kindertijd het leven kostte van 150 mensen

Gepubliceerd door Oliane op 4 april 2015

De aanleiding dit stuk te schrijven is de vliegtuig crash in de Franse Alpen op 24 maart  en de ervaring die ik met mijzelf heb en door mijn werkzaamheden in mijn psychologische praktijk dat mensen beter te begrijpen zijn wanneer we de verborgen tragiek zoeken van de kindertijd van een persoon en inzicht ontwikkelen in de verbanden. Want vooral gedurende de eerste jaren van het leven van een kind, de periode waarin het brein zich structureert, vinden onvoorstelbare wreedheden onopgemerkt plaats binnen de muren van het gezin. De schade van geweld voor een brein waarvan de emotionele structuren het eerst gevormd worden in de ontwikkeling is desastreus. Deze feiten zijn al heel lang bekend, maar als ik de informatie lees op het internet aangaande de oorzaken van de doelbewuste crash met de airbus A320 van Germanwings wordt deze belangrijke informatie gemeden.

Het verband is echter heel eenvoudig. Als het een kind verboden wordt zich te verdedigen tegen het geweld dat in heel veel vormen tegen hem gericht wordt  en het moet zijn natuurlijke reacties van angst, woede en pijn onderdrukken dan zullen deze zeer sterke emoties later hun ontlading vinden tegen de eigen kinderen of naar anderen verplaatst worden. Andreas Lubitz, de 27-jarige copiloot die het vliegtuig moedwillig liet neerstorten met 149 mensen aan boord ensceneerde zo’n situatie. Hij herhaalde zijn traumatische geschiedenis die hij als kind passief moest ondergaan en omzette in een dramatische, actieve daad.  

Deze dynamiek die het gevolg is van kindermishandeling beschrijft dr. Alice Miller in dertien boeken en illustreert de psychologische mechanismen aan de hand van talrijke studies over de biografieën van dictators en beroemde kunstenaars. Ik zal hier regelmatig naar haar werk verwijzen vanwege de  briljante techniek die door zijn helderheid en eenvoud voor iedereen te begrijpen is.

In In Den Beginne was er Opvoeding schrijft Miller dat alle ensceneringen van zelfmoordenaars, terroristen, delinquenten en andere groepen mensen in wezen in allerlei variaties een kreet slaken om begrip, maar dit doen op een manier waarop ze nooit het begrip van de wereld kunnen verwachten. Dit hoort bij de tragiek van de herhalingsdwang dat men steeds weer dezelfde constellaties creëert als waar het kleine kind onder leed. Bij al de individuele personen uit deze groepen is geldig zegt Miller, dat zij niet kunnen vertellen over de wreedheden die in het verborgene van het ouderlijk huis, vroeg in hun leven, tegen hen begaan werden, maar onbewust deelt men de wereld mee met oorlog, aanslagen, zelfdodingen, verslavingen en andere gedragingen over de mishandelingen die het kind te verduren kreeg.

Dat is ook passend voor de copiloot die met de manier waarop hij het misdrijf ensceneerde laat zien wat er met hem gebeurd is vroeg in zijn leven. Met de informatie die beschikbaar is op het internet  weten we dat hij het gebied van de Franse Alpen waar hij het vliegtuig liet neerstorten goed kende. Zijn ouders waren frequente zweefvliegers en namen Andreas als kind en adolescent daar dikwijls mee naar toe. Ook later is hij dat gebied regelmatig blijven bezoeken. Een voormalige vriendin van Lubitz vertelt aan een krant over zijn angstdromen, die ze nachtmerries noemt, over vliegtuig rampen en daarbij woorden roept als ‘we gaan eraan’.  Een angstdroom is een droom waarin de innerlijke spanning zo hevig is dat deze niet door de droom gereguleerd kan worden. Dit wijst duidelijk op niet doorvoelde traumatische ervaringen. Pijnlijke belevenissen die met vliegen verbonden zijn. De angst uit deze dromen geeft aan dat er gebeurtenissen plaatsvonden in Lubitz vroege leven die hem overweldigende angst en spanning bezorgden. Spanning die vanzelf gereguleerd wordt als iemand zichzelf de waarheid geeft. Angstdromen verdwijnen namelijk vanzelf als een persoon zich bewust wordt van zijn geschiedenis en zijn woede en pijn kan beleven voor het onrecht dat hij vroeg in zijn leven te verduren kreeg.  

Ik heb op het internet gelezen dat Lubitz voor een lange periode in psychotherapie is geweest voor depressie en suïcide neigingen en daarvoor in een kliniek verbleef. Maar als de therapeut de waarheid over zijn of haar eigen kindertijd verloochent en het lijden als kind nooit echt gevoeld heeft, maakt een cliënt geen kans de verwondingen uit zijn kinderjaren te boven te komen. Het is mij bekend dat mensen die in een psychotherapeutische instelling komen niet over hun kindertijd mogen praten of over de verwondingen die zij zichzelf toebrengen, zoals ik in een televisie programma over zelfbeschadiging hoorde. Er rust een groot taboe op de kindertijd die dan ook niet als bepalend wordt gezien in het ontstaan van de klachten. Meestal schrijft men de problemen van de persoon toe aan ‘meerdere factoren’ en vermijden de behandelaars op deze manier het onderwerp kindertijd uit angst de eigen ouders vragen te stellen. Daarmee ontzien zij niet alleen hun eigen ouders maar sparen ze ook de ouders van de cliënt die er niet in zal slagen zijn woede en haat dichter bij het bewustzijn te brengen.

Therapie moet echter niet dienen om de verloochening in stand te houden maar om de cliënt te helpen deze op te geven. Het is voor mij heel duidelijk dat Lubitz in behandelingen niet de gelegenheid heeft gehad zich op de een of andere manier uit te drukken over de wrede omgang waarvan de onderdrukte pijn zich manifesteerde in de depressies en suïcide neigingen. Deze blijven dus in de vorm van onbewuste ensceneringen aanwezig zegt Miller in In Den Beginne was er Opvoeding. Bij Andreas bestond er een sterke neiging de ondergane gebeurtenissen mee te delen aan de wereld. Aanwijzingen hiervoor vinden we bijvoorbeeld in zijn uitspraken dat hij een daad wilde stellen zodat de hele wereld hem zich zou herinneren wie hij was. Dat deed hij uiteindelijk door zichzelf en 149 mensen van het leven te beroven. Op deze manier sprak hij zich uit over wat hij als klein kind meemaakte, omdat zijn vroegkinderlijke, nooit beleefde haat in de vorm van onbewuste ensceneringen aanwezig is gebleven.

Het is erg droevig dat niemand de piloot geholpen heeft de waarheid aan het licht te brengen over hoe hij zijn ouders als kleine jongen ervaren heeft en de pijn over zijn beschadigde jonge leven helpen voelen. Als hij de kans had gekregen zijn onderdrukte woede en haatgevoelens, angst, onmacht en het overgeleverd-zijn aan almachtige, dreigende ouders, bewust te beleven dan had hij niet meer de behoefte gevoeld deze in een daad om te zetten en zichzelf en de anderen te doden. Het beleven van zijn pijn zou namelijk het trauma van zijn gevaarlijke activiteit ontdaan hebben, omdat weten  wat je als kind overkomen is beschermt tegen sadisme en destructiviteit. Maar de jarenlange opgekropte en onderdrukte, vroeg- kinderlijke woede en haat heeft zich bij de copiloot omgezet in extreme destructiviteit waarmee hij zijn eigen leven en dat van de anderen ontnam.  Als een ontlading van de al vroeg opgekropte haat en de verplaatsing daarvan naar anderen en het zelf (Miller,1997).

De haat van Lubitz zichzelf en de anderen te doden en het sadisme waarmee hij de passagiers minuten lang in overweldigende paniek en doodsangst liet verkeren voordat hij de laatste akte van het drama uitvoerde vertelt ons iets over de verwondingen waar hij als kind aan onderworpen is geweest. We kunnen hier het sadisme uit aflijden van het kleine jongetje dat telkens weer meemaakte hoe hij ‘er aan ging’. Hoe hij deze mensen liet lijden, zoals hij zelf als kind leed onder de doodsangst, die minuten lang hun angst uitschreeuwden tot het toestel neerstortte. Elke dader is zelf eens slachtoffer geweest van kindermishandeling. Want een kind dat in de eerste jaren van zijn leven met tederheid en empathie wordt bejegend en zijn gevoelens vrij kan uiten wordt later geen moordenaar, om de eenvoudige reden dat hij het lijden van de ander in zichzelf  zal voelen, omdat zijn brein gevoelig bleef. Kinderpsychiater Dr. Bruce D. Perry schrijft in Het Liefdevolle Brein dat tegen de tijd dat het kind vier jaar is de meest structurele groei van het brein al heeft plaatsgevonden. Als de omgeving van het jonge kind bruut is zullen die aanpassingen hem voorbestemmen om dat ook te zijn. Het zal afhangen, zegt Alice Miller In Den Beginne was er Opvoeding, van de manier waarop een kind zijn belevenissen ervaart én van de heel kleine verlossende en vernietigende situaties die in elke kindertijd voorkomen of daaruit een misdadiger tevoorschijn komt.      

De ensceneringen die Lubitz doet verwijzen naar een tragische jeugd van mishandeling en vernedering. Een jeugd waarin de stem van het kind niet telde en ondergeschikt was aan die van de volwassene. Dat het niet voor het welzijn was van het kind maar louter voor de behoefte bevrediging van de volwassene dat hij als kind het zweefvliegen weerloos moest ondergaan en keer op keer in een situatie van doodsangst gebracht werd waar zijn angstdromen en sadistische haat over meedelen. Men kan zich afvragen of Andreas de behoefte van zijn ouders vervulde aan een ‘flinke grote jongen’. Misschien hebben zijn ouders om zijn angst gelachen, zich ermee vermaakt, hem geslagen en zijn gevoelens genegeerd. Uit onwetendheid voor de gevolgen of onverschilligheid. Het kan zijn dat ze hoon en spot dreven over zijn angsten of onempathische woorden tegen het kind gesproken hebben bijvoorbeeld ‘stel je niet zo aan’ of ‘het is nergens voor nodig om bang te zijn!’ Maar of wreedheid opzettelijk gebeurt of niet het doet allebei pijn.

Een kind kan niet in opstand komen uit angst en vrees voor verstoting, afwijzing, en afstraffing. Het uiten van zijn woede over de behandeling die hij kreeg zou onthouding van liefde betekend hebben en dat staat voor een kind gelijk aan de dood schrijft Miller in het Drama van het Begaafde Kind. Het zal er alles aan doen zijn ouders gelukkig te maken en het zal zijn eigen behoeften op geven en zich aanpassen aan die van de ouders. De zeer krachtige emoties die het kind hierbij ervaart moet het onderdrukken, maar gaan daarmee niet weg. Ze blijven het hele leven actief in het lichaam aanwezig.  

Dat aanpassen heeft Lubitz al heel vroeg in zijn leven gedaan waar zijn depressies over vertellen. In  Het Drama van het Begaafde Kind zegt Miller dat depressies verwijzen naar hele vroege krenkingen. Dat al in de zuigelingen tijd belangrijke affectieve terreinen, zoals respect, vriendelijkheid, begrip en empathie, zijn weggevallen om een gezond zelfbewustzijn te ontwikkelen. Dat heb ik ook bij mezelf ervaren toen ik uit een levensbedreigende depressie kwam en zag hoe leeg mijn vroege leven was dat bestond uit de projecties en trauma’s van mijn ouders. De depressie dient het kind te beschermen tegen het voelen van de meest authentieke gevoelens, zoals woede, angst, pijn en verdriet. Als deze kinderlijke gevoelens verhelderd worden en beleefd en we tot rouw komen kunnen we het kind ontdekken dat we waren en van hem of haar houden. Bij Lubitz heeft het beleven van pijn nooit plaatsgevonden en hij is blijven leven in de realiteit van het kind. Maar hij was geen kind meer en zijn ouders niet meer de ouders uit zijn kinderjaren.   

Ik denk dat de man een surrogaat voor de ‘liefde’ van zijn ouders zocht in het (zweef)vliegen. Want daar hielden ze van. Alleen als hij zijn angst, woede en pijn zou onderdrukken en vooral niet huilen dan zou hij de liefde, aandacht en bewondering van ze krijgen. Het symbool van hun liefde wordt voortgezet, aldus Miller, zolang de ware behoeften van het vroegere kind aan respect, begrip, serieus genomen worden en tederheid niet bewust begrepen en beleefd mogen worden. Deze symboolfunctie zien we bij Lubitz bijvoorbeeld terug in zijn meer dan gemiddelde belangstelling voor vliegtuigen –zijn slaapkamer zou er mee behangen zijn- en het regelmatig blijven bezoeken van de rampplek. Toen zijn gezondheid achteruit ging viel deze surrogaatbevrediging van liefde weg.     

In het huis van de copiloot vond Justitie een verscheurde ziekmelding voor zijn werkgever om zich voor de volgende dag, de dag van de crash, ziek te melden. Men vraagt zich af waarom hij die verscheurde, zijn ziekte voor zijn werkgever verzweeg en de volgende dag naar zijn werk ging en het vliegtuig liet neerstorten. Als mogelijke reden wordt genoemd dat de piloot oog problemen of andere gezondheidsproblemen had en zijn werk als piloot op termijn niet meer zou kunnen doen. Maar ik denk, net als Miller schrijft in In Den Beginne was er Opvoeding, dat met de vooruitzichten dat hij niet meer zou kunnen vliegen het verlangen naar tederheid samengebracht werd met een doorbraak van de destructieve gevoelens uit de kinderjaren die hem tot de noodlottige ensceneringen bracht. Vliegen was het  symbool voor de liefde van zijn ouders en het was deze illusie die uiteen viel bij de problemen met zijn gezondheid. Deze vormden vermoedelijk de trigger voor de beweging die er in deze gevoelens kwam. Al zijn inspanningen en verlangens van het kind bewondering en aandacht te krijgen van zijn ouders vielen nu weg en vond hij slechts de leegheid van zijn ziel. Hierin kan de aanleiding gezocht worden die de gevoelens van destructiviteit, waardeloosheid, wraak, haat en  sadisme in hem hebben doen opleven die verbonden waren met een niet doorvoeld verleden.

Sommigen noemen het mogelijke gebruik van antidepressiva en de gevaarlijke bijwerkingen die Lubitz tot zijn daad aanzette. Dat psychiatrische medicijnen gevaarlijke bijwerkingen hebben kan iedereen lezen op de website van dr. Peter R. Breggin, een psychiater die waarschuwt tegen de gevaren van het gebruik van deze medicijnen. Maar de gedachte dat de bijwerkingen van medicatie de oorzaak zouden zijn van het plegen van het misdrijf maakt het mogelijk de stem van het kind in zichzelf en in Lubitz niet te hoeven horen. Want met medicatie barricadeert men de toegang tot het zelf  helemaal en voelt de persoon zelfs zijn depressie niet meer en ja, dat kan ernstige gevolgen hebben. Maar op deze manier, door de patiënten medicatie te geven in plaats van de waarheid over wat er vroeg in hun leven gebeurde, brengt men de stem van het kind tot zwijgen. Zowel bij de patiënt als bij degene die de medicatie voorschrijft. Zo kunnen de ouders gespaard blijven en de idealisering in stand gehouden en hoeft men de waarheid niet te zien. Verloochening die het gevolg is van kindermishandeling vroeg in het leven. Want het kind dat bedreigd wordt door misbruik van de ouders zal willen voelen dat het niet de ouders zijn die vijandig en gevaarlijk zijn, maar dat dit het gevolg is van zijn eigen onwaardigheid. Deze illusie, het idealiseren van de ouders, helpt het kind de pijn te verduren, maar leidt in het volwassen leven tot blindheid aangaande de oorzaken van kindermishandeling en de gevolgen.        

Ensceneringen van Lubitz’ situatie als kind vinden we ook terug in de verklaringen van zijn vriendin met wie hij samenwoonde en naar het schijnt een kind van hem verwacht.  De relatie zou in een crisis verkeerd hebben en zij wilde hem verlaten. Zijn gedrag zou grillig zijn, wilde zijn wil aan haar opleggen, had een grote controle behoefte en woede en paniekaanvallen. Ook zij maakt melding van de angstdromen van Andreas waarin hij roept ‘we storten neer’. Het zijn tekenen van onderdrukte emoties en gevoelens van een onverwerkt verleden die schade aanrichten in een relatie. Uit deze gedragingen spreekt een persoonlijke tragedie. Van een klein kind dat in zijn fantasie een illusie creëerde om zich te beschermen tegen de projecties van zijn ouders van onwaardigheid. Want een kind dat zich bedreigd voelt door het misbruik van zijn ouders heeft de gedachte nodig dat het niet zijn ouders zijn die hem pijn doen, maar dat hun gedrag het gevolg is van zijn eigen onwaardigheid. Deze illusie roept veel minder angst op dan de gedachte dat de ouder zijn ziel wil vernietigen. Een situatie die, heel verdrietig, voor zeer veel kinderen geldt. In werkelijkheid kan het kind zich niet verdedigen tegen de mishandelende ouder, maar de illusie van controle is voor het kind een belangrijke manier om de hel te overleven en de overweldigende angst te bevatten.

Op het internet schreef iemand dat de angst en paniek aanvallen mogelijk het gevolg waren van de problemen in de relatie, maar dat is niet waar. Ook angst en paniekaanvallen zijn altijd verbonden met traumatische kinderervaringen die zich herhalen op het moment dat iemand bijvoorbeeld een plezierige of succesvolle ervaring heeft. Na de beleving hiervan herhaalt de geïntrojecteerde ouder wat de echte ouder deed om het plezier of de eigen inspanning van het kind af te wijzen. Wanneer deze vroege, onbewust gebleven herinneringen van teleurstelling, angst, woede en pijn, niet doorschouwd zijn dan zullen deze gevoelens telkens opkomen in onze huidige relaties wanneer gedragingen van de ander ons hieraan herinneren.

Maar als we toegang hebben tot onze geschiedenis dan kunnen we de triggers die de herinneringen uit het verleden wekken soms verrassend snel vinden. Dan weten we waarom we plots zo woedend worden op de ander dat we hem of haar in de badkamer opsluiten, zoals de vriendin van Lubitz gebeurde. Omdat er iets in het gedrag of woorden ons herinnert aan eens onze vader of moeder. Met deze inzichten kunnen we dan inzien hoe onze partner niet de ouder is uit de kindertijd en tot rouw komen over wat we als kind niet kregen. Maar noch Lubitz noch zijn vriendin hadden deze toegang tot hun  jeugdervaringen om hun ware gevoelens en behoeften te kennen. Waarom koos de vriendin voor een partner die zij niet kende en wiens hart bevroren was als vader voor haar kind? Omdat zij zichzelf niet kende en de bron van haar emoties niet begreep.  Ouders die hun eigen trauma’s onderdrukt houden uit onwetendheid of onverschilligheid veroorzaken trauma’s in hun kind en brengen een nieuwe keten van wreedheid opgang.  

In Banished Knowledge stelt Miller zich de vraag of het toegestaan is een kind op de wereld te brengen en zijn verplichtingen die men met de conceptie is aangegaan te negeren? De ‘commitment’ van zorg voor het kind, het te beschermen, zijn behoeften te vervullen en hem niet te misbruiken. Het kind is immers geen stuk speelgoed of een jong katje zegt de auteur, maar een bundel behoeften die gedurende een lange tijd liefdevolle zorg nodig heeft om zijn potenties te ontwikkelen. Degenen die daartoe niet bereid zijn moeten geen kind op de wereld zetten. Wat wil ik hiermee zeggen over Lubitz? Dat deze man, die totaal geen verantwoordelijkheid nam voor zijn gevoelens en handelingen, nu de ruïnes van een jeugd zonder affectie en bescherming bij zijn kind achterlaat. Ik noem dat een daad van sadistische agressie jegens een kind wiens leven voor hem van geen enkele waarde was.    

Na de ramp reageerden velen met afschuw en ontzetting op de enscenering van Lubitz. Een gevoel dat pas optreedt zegt Miller bij de laatste akte van het drama maar niet bij berichten over mishandelingen van kinderen. In plaats daarvan betuigde men al gauw medelijden met de ouders van de copiloot. Deze neiging tot begrip met de ouders is de grootschalige weigering te leren van de feiten. Uit angst de eigen ouders te beschuldigen voor het leed uit de kinderjaren wil men de ouders niet beschuldigen wat ze ook hebben aangericht. Maar het is juist deze ontkenning die zeer veel schade veroorzaakt. Het gaat er niet over om de ouders te beschuldigen maar om inzicht te ontwikkelen in de verbanden, omdat we dat nodig hebben om nieuwe slachtoffers te voorkomen. Dat gebeurt niet als we de moed niet hebben en onze ouders blijven sparen, ontzien en idealiseren. Want juist om zulke misdaden te voorkomen moeten we de verbanden kennen tussen misdaad en de ervaringen uit de vroege jeugd zodat we jonge ouders de juiste informatie kunnen geven dat een jong brein tederheid nodig heeft en empathie.  

Het is beslist noodzakelijk dat we kennis hebben van de gevolgen van ons handelen dan kunnen we het maken van nieuwe slachtoffers voorkomen. Het is uiterst belangrijk de gevoelens van kinderen leren te begrijpen zodat we leren waar de intensiteit van deze  ensceneringen vandaan komt. Dat gaat het gemakkelijkste als we de intensiteit van onze eigen kindergevoelens verstaan en de moed hebben de taal van de mishandelingen van het kind in onszelf te verstaan. Deze inzichten kunnen we dan verspreiden bijvoorbeeld via de media die hierin een belangrijke rol kunnen spelen. Want naarmate er meer begrip komt bij het grote publiek voor het verband tussen de ervaringen in de vroegste jeugd en de misdaad, schrijft Miller In Den Beginne was er Opvoeding, kunnen we de verborgen geschiedenis aflezen uit de afzonderlijke details en ensceneringen van het misdrijf.

 

 

Tags:

Picture 44.jpg

Laatste artikelen

Archief

Platform onze kindertijd © Rupz | Inloggen beheerder.