Geheime boodschappen in de kindertekening

Gepubliceerd door Oliane op 20 december 2019

Net zoals dromen onze herinneringen zijn aan wat we als kind meemaakten zo kunnen we in de kindertekening vroege gevoelens (herinneringen) vinden van wat het kind aan het begin van zijn of haar leven ervaren heeft. Dat kunnen belevenissen zijn, schrijft Alice Miller[1] die hartelijk waren en optimistisch of ervaringen die traumatisch waren en destructief.’ Want vroege emoties blijven in het lichaam bewaard en hebben ook meer impact op ons leven dan latere ervaringen.[2] En als het kind zich niet hoeft te voegen naar de voorschriften van zijn ouders en leerkrachten op school kan het tekenen zoals het droomt.

Herinneringen kunnen dan, net als in de droom, vermengd zijn met wat er kortgeleden heeft plaatsgevonden. Dat kan een plezierige gebeurtenis zijn geweest, het kind dat haar verlangde hondje kreeg, plezier beleefde aan een zwempartij of een nare gebeurtenis, zoals een schietpartij of een tsunami of wat het kind ook bezighield kort voor het de tekening maakte, die de afbeelding kleurt. 

Meestal zijn het vroege traumatische ervaringen waar het kind in zijn creatieve arbeid getuigenis over aflegt die we in de afbeelding kunnen lezen. Emoties (gevoelens, behoeften en verlangens) die het kind zelf niet kent maar daar wel over vertelt. Dat kan ik hier illustreren door twee kindertekeningen. De ene illustratie vond ik op de website van een basisschool. De andere komt uit een artikel van kinderpsychiater Bruce D. Perry.[3] Omdat ik geen afbeelding heb van het werk van de basisschool beschrijf ik wat ik zag.  

Verspreid over verschillende tafels zag ik tekeningen liggen die ik een voor een bekeek. Ik geloof dat ze van kinderen waren uit groep zes of zeven en gemaakt in opdracht met als thema ‘yin en yang’. Dat zijn de twee bekende Chinese delen die tegengesteld zijn aan elkaar maar steeds met elkaar in evenwicht. Aangezien bovenaan op elke afbeelding dit symbool was getekend met ernaast Chinese letters en alleen de tinten zwart, wit en grijs waren gebruikt overeenkomstig de Chinese helften waarvan het ene deel zwart is en het andere wit.

Zonder uitzondering signaleerde ik op elke tekening sporen van vroege verwondingen die in verband kunnen worden gebracht met de ouders als gevolg van mishandelingen en verwaarlozing van gevoelens, behoeften en verlangens van het kind. Sommige illustraties toonden zelfs zeer ernstige ontwikkelingsschade aan bij het kind. Deze pijnlijke boodschappen uit het verleden communiceert het kind bijvoorbeeld met de kleuren die het kiest. Met de lijnen. De ‘kaalheid’ van de tekening. Opvulling van hoeken. Met de vormen, objecten of dieren die het tekent en hun positie in het vlak. En zonder dat het kind zich ervan bewust is drukt het in de tekening ook zijn[4] verlangens uit naar nabijheid, acceptatie, communicatie, tederheid en affectie met gevoelige lijnen, zachte kleuren, rondingen en vriendelijke taferelen. Maar altijd zal het kind zijn boodschap zodanig coderen dat moeder (en vader) niet verraden wordt.[5] Zo kan het kind met een dikke cavia of een zwijn met puisten en wratten zijn gevoelens laten spreken over hoe hij zijn ouder (s) ervaart.

Het begrijpen van wat het kind met zijn tekening communiceert heb ik niet geleerd in mijn opleiding psychologie waar men de realiteit van het kind volledig negeert en ook niet uit de boeken die ik gelezen heb. Ik kan niet één auteur noemen die de vroegkinderlijke idealisering van zijn of haar ouders heeft opgelost en hen niet meer beschermt. Wat me de kennis verschaft zijn de inzichten van Alice Miller die als een spiegel voor mij waren mijn eigen pijnlijke geschiedenis te begrijpen en empathie te ontwikkelen voor het verwonde kind in mij.

Met het herkennen van mijn eigen waarheid vind ik het niet moeilijk meer te kijken met de emotionele ogen van het kind. Alleen dan kan ik met empathie zijn belevingswereld met hem mee voelen en ontdekken hoe het in zijn vroegste levensjaren heeft geleefd en de familiegeheimen in de afbeelding herkennen. De gevoelens die bij me gewekt worden als ik de tekening lees zetten me aan het werk en ik stel me open de waarheid over de kindertijd van de tekenaar te leren kennen. Empathie is het instrument dat ik gebruik om de emotionele wereld van het kind mee aan te voelen. Op deze manier ontstaat er, ook zonder informatie over de gezinssituatie van het kind, een beeld dat me zegt hoe het kind zich voelt.

Interpreteren we de kindertekening echter met de ogen van de vroeg gedisciplineerde volwassene die nog geen toegang heeft tot zijn eigen vroegste kindergevoelens dan begrijpt hij meestal niet wat het kind hem probeert te vertellen. Hij besteedt dan geen aandacht aan de gevoelens van het kind omdat hij die bij zichzelf niet begrijpt. Dat heb ik ook bij mezelf ervaren. Toen ik de ervaring van het voelen van het leed uit mijn kindertijd niet kende en nog verdrong toen mijn kinderen jong waren had ik er geen vermoeden van wat zij mij met de tekeningen die ze aan mij gaven duidelijk wilden maken en beschouwde ze als een gift. Ik hing ze op of deed ze in hun map om te bewaren voor later.

Maar toen de verdringing van het lijden uit mijn geschiedenis was opgeheven, mijn kinderen waren dan allang volwassen, en ik mijn pijnlijke ervaringen diep kon voelen, keek ik opnieuw naar hun tekeningen. Nu met meevoelende ogen en niet tegen de achtergrond van verwaarlozing van verlangens en behoeften onder uitoefening van macht, dwang en controle wat ik van mijn moeder geleerd had. En ik zag hoezeer zij zich hadden ingespannen om hun boodschappen aan mij in de meest heldere taal te vertellen. Telkens opnieuw. Over hoe zij zich voelden, wat ze nodig hadden en waar zij naar verlangden en ik altijd ontoegankelijk voor hen bleef voor vervulling in mijn onvermogen hun ziel[6] aan te voelen.




Tekening 1: Isolement
Het was deze tragiek van een kind dat zijn ouders door een tekening laat zien hoe het zich voelt die me trof in een van de schooltekeningen. Het kind van wie de tekening was vertelde in detail over de brutaliteit die het thuis ervaarde en er sprak een hoge lijdensdruk uit het tafereel. Rechts in beeld zag ik een klein kind. Het was het kleine meisje of jongetje dat de tekenaar zelf eens was. Het bevond zich op grote hoogte, bijna bovenaan een berg. Het kind staat daar helemaal alleen. Zonder verbinding met de mensen die het dichtst bij hem staan. Het is daar op die hoogte helemaal op zichzelf aangewezen en alleen met zijn waarnemingen, zijn gedachten en zijn pijn. Het is alleen met zijn geheim.

De berg had een vorm die me deed denken aan een hellend vlak omdat de lijnen in de verhouding van een hellend vlak waren weergegeven. Ik vermoed dat het gekwetste kind zich in een noodsituatie bevindt die op elk moment kan escaleren. De zijkant van de berg, ook het zichtvlak, liep uit in een punt die opgevuld was met zwart. In de ruimte daaronder zag ik losse zwarte delen met grijs overschaduwd. Ik denk dat het kind in deze delen zijn gevoelens probeert te bewaren van het misbruikte kind dat hij was en met de zwart gevulde punt zijn afgekapselde, gefixeerde agressies codeert van niet gereguleerde gevoelsreacties op de wreedheid die het ervaren heeft.

Gevoelens die het kind niet in vrijheid kan beleven omdat de omgeving waarin het leeft destructief is en zijn waarheid niet kan verdragen. Ik zag geen aanwijzingen in de tekening van de aanwezigheid in zijn leven van een Helpende Getuige.¹ Iemand, een buurvrouw, de juffrouw op school of een grootmoeder, die hem had kunnen helpen zijn waarnemingen te bevestigen hoe zijn ouders voor hem waren dat hem had kunnen helpen zijn gevoelens voor een deel bewust te beleven. ‘Iemand’ zegt Alice Miller ‘die voldoende moed heeft om het kind bij te staan en te verdedigen, omdat hij uit eigen ervaring weet hoe pijnlijk een dergelijke behandeling is.’[7]

Het was een dreigend, geïsoleerd en verlaten landschap waarin het kind zich bevond. Aan de overkant van de berg waar het kind stond zag ik twee zuilvormige rotsen. Deze twee rotsen, links in het beeld, begrensden de tekening van beneden naar boven en ik lees ze als symbool voor moeder en vader. Het kind keek tegen hen op met een glimlach op zijn gezicht en vraagt hen om toewijding.

Maar hoe kan het hen bereiken? Hoe kan het kind verbinding ervaren met zijn ouders als zij als ondoordringbare, koude en harde rotsen voor hem zijn? Hoe kan het hen bekritiseren? Wat gebeurt er met zijn ziel als het zijn gevoelens van onmacht, wanhoop en woede moet onderdrukken die zij met hun ongenaakbare houding in hem opwekken? Wat gebeurt er met zijn gevoel van eigenwaarde en psychische integriteit?

Alice Miller¹ schrijft in dit verband dat ook ‘de psychische integriteit van het kind in gevaar is als het zichzelf moet vervormen en zijn ware emoties moet onderdrukken en in plaats daarvan moet glimlachen om toewijding te krijgen. Dat wekt zeer veel angst op in het kind’ zegt Miller. En deze angst moet het kind net als zijn andere emoties onderdrukken. Men kan zich daarbij afvragen wat er gebeurt op het celniveau van het lichaam met de levensenergie, de vitaliteit van een kind dat zijn gevoelens moet onderdrukken in zijn lichaam en niet kan uiten en dat jarenlang? Het kind geeft door de tekening antwoord op deze vraag.

Toen ik naar de lijnen keek waarmee de ouderfiguren waren getekend viel het me op dat de lijnen gevoelig waren en het kind zijn verlangen tot uitdrukking bracht naar tederheid en affectie. En het was hartbrekend te zien dat op verschillende plaatsen, bij beide rotsen, de lijnen gerepareerd waren en het kind, alleen, geprobeerd heeft de verwondingen die hem zijn toegebracht te helen. In een van de lijnen van de breedste rots, de vaderfiguur, zag ik dat het kind de lijn onderbroken had om er een kleine spitse punt van te maken. En aan die punt was iets vastgemaakt waarvan ik niet kan zeggen wat het is en welke betekenis het kan hebben in het leven van het kind.

Maar de gedachte kwam in me op dat de punt misschien de wraaklust symboliseerde van het gekwelde kind. Het kind dat in het geheim over zijn sterke onderdrukte woede verteld. En hoe machteloos het zich heeft gevoeld en niet anders kon dan zijn echte gevoelens te onderdrukken onder bedreiging van onthouding van liefde (is afwijzing). We kunnen begrijpen, door met het kind mee te voelen, dat het op wreedheid neerkomt de onmogelijke aanpassing van een baby/kind te verwachten aan de onderdrukte gemoedstoestand van zijn ouders.

De top van de breedste rots is afgeplat. Het kind kan aan deze ouder zijn teleurstelling niet vertellen en ook niet wat hem woedend maakt en pijn doet. Dat gebeurt als ouders zelf getraumatiseerd zijn en verwond en hun kindertijd niet verwerkt hebben en hun ware gevoelens onderdrukt houden. Alice Miller schrijft in Het Drama van het Begaafde Kind dat de waarheid zeggen voor de meeste kinderen ‘dodelijk gevaar’ betekent. Als ‘het kind wel de mogelijkheid zou hebben gehad deze gevoelens te uiten zou het kind weliswaar niet in dodelijk gevaar verkeren, maar geleid hebben’ zegt Miller, ‘tot onthouding van liefde door de moeder (of vader), en dat staat voor een kind gelijk aan de dood en daarom ‘doodt’ het zijn woede (de afgeplatte top) en daarmee ook een stuk van zijn eigen ziel, teneinde zijn moeder (hier vermoedelijk vader) te behouden.’ Omdat het kind zeer veel angst heeft zijn ouders te verliezen als het zich zou uitspreken kan het geen eigen, echte gevoelens ervaren en ontplooien. Miller schrijft ‘dat het kind dan niet op zijn eigen gevoelens kan afgaan, er geen ervaring mee kan opdoen en zijn ware behoeften niet kent en het kind in hoge mate van zichzelf vervreemd.‘

Aanwijzingen voor deze zelfvervreemding, het geen houvast vinden in het eigen zelf, meende ik te zien in het midden van de tekening. In het midden, met links de twee zuilen en rechts de berg met het kind was een ruimte en in die ruimte hing een laag wolken met in de verte hier en daar een vogel. Onder de wolkenlaag, een stukje boven de basislijn van het blad had het kind een lijn getekend tussen de twee rotsen en de berg. Ik denk dat het kind met deze lijn geprobeerd heeft wortels te vinden en niet het gevoel te hebben te zweven. Wanneer een kind dat van kleins af aan heeft mogen vertrouwen op zijn eigen gevoelens en behoeften, omdat het ouders had die zijn gevoelens en behoeften serieus namen en respecteerden, ontwikkelt het steun in zichzelf en heeft hij niet het gevoel dat zijn gevoelens geen basis hebben.   

Op dit ‘fundament’ heeft het kind nóg een rots getekend die een stuk kleiner en smaller was dan de twee ouderfiguren. De rots heeft een spitste punt en staat tegen de zuil aan met de afgeplatte top. Met de rots en zijn positie uit het kind zijn verachting jegens de behandeling die het van zijn ouders krijgt. Met dit stuk steen beschrijft hij de psychische omgeving waarin hij als klein kind leefde en waar geen verandering in is gekomen met bewustwording bij de ouders. In de belevingswereld van het kind zullen zijn ouders hem alleen accepteren en liefhebben als hij net zo wordt zij: ondoordringbaar, hard en koud. Zijn verontwaardiging en toorn over het onrecht dat het ervaart niet te worden liefgehad zoals het werkelijk is en zich moet aanpassen aan hun onderdrukte geschiedenis brengt hij, naar ik meen, met de rots en de spitste punt tot uitdrukking.

Dichtbij de kleine rots, op dezelfde lijn, ontsprong een beekje dat met verticale golven omhoog slingerde. Ik zag hierin de levensenergie, de vitaliteit van het kind. Deze beweging begon links van het midden en stroomde schuin omhoog door de wolkenlaag heen naar het midden van het blad om daar af te buigen naar rechts om over de hoogste top van het isolement als een open einde het blad af te stromen. De vorm van de stroom was onregelmatig maar een opvallende uitstulping en versmalling was zichtbaar aan het begin en verwijst naar een concrete, ingrijpende ervaring in de geschiedenis van het kind.

Aan het begin van de stroming zijn de golven zoals gezegd verticaal getekend en in de abnormaliteit van deze golfbeweging lees ik onrust, angst, wanhoop en stress. Het kind probeert zijn levensenergie te redden, maar het kan geen kant op aangezien links de twee zuilen staan en rechts de berg met het kind. Boven het wolkendek ziet het dan een ‘mogelijkheid’ zijn leven veilig te stellen en de enorme spanning in zijn lichaam te kalmeren als het de stroming naar rechts laat afbuigen en er een vorm van ‘evenwicht’ ontstaat. Op dat punt lijkt een zeilbootje te varen en volgen de golven hier een regelmatiger horizontaal patroon. Het is hartverscheurend te zien dat het kind heel alleen een oplossing probeert te vinden voor het verlies van zijn vitaliteit en levensvreugde omdat zijn ouders niet in staat zijn het kind te helpen.




Als ik de gevoelsinhoud van dit dramatische tafereel op me laat inwerken merk ik een lijden dat teruggaat naar de vroegste levensjaren van het kind en vermoedelijk een prenatale voorgeschiedenis heeft. Een diep lijden dat betrekking heeft op de onvervuld gebleven behoeften van het kind serieus genomen te worden en gerespecteerd en het de expressie van zijn gevoelens van verwarring, angst, pijn, woede en stress in zijn lichaam heeft moeten onderdrukken en verdringen. De eenzaamheid en het emotionele isolement dat uit deze tekening spreekt kan zonder voedende communicatie[8] niet worden opgelost.

Maar wie begrijpt dat? Wie hoort de noodkreet van het kind? Welke meester of juffrouw op school kijkt met voelende ogen naar de tekening van een kind? De meeste volwassenen horen de noodkreet van het kind meestal niet en ook deze noodsituatie en tragedie van het kind op de berg wordt niet waargenomen, omdat de volwassenen om het kind heen zich hebben afgesloten voor het kind dat ze zelf eens waren en hun eigen kindergevoelens niet begrijpen en daar waarschijnlijk ook bang voor zijn. Ik ken maar erg weinig ouders die de moed hebben zich het lijden van hun kind te realiseren.

Misschien dat het kind van de berg geprezen werd door de meester of juffrouw op school en zijn ouders, dat het zich zo goed aan de opdracht heeft gehouden en erin geslaagd is evenwicht in de tekening aan te brengen. Misschien is de tekening opgehangen aan een draad met gekleurde wasknijpers zoals ik dikwijls zie op scholen als ik naar binnen kijk of ingelijst en aan de muur gehangen bij het kind thuis en blijft men blind voor de verweving met de kinderbelevenissen. Maar wat doet het met het gevoelsleven van een kind als zijn of haar boodschap opnieuw niet gehoord wordt? En hij zijn leven moet doorbrengen met mensen die de verwondingen uit zijn kinderjaren bagatelliseren of vermijden? Dan kan het kind zijn eigen sterke emoties niet vrij beleven waarmee het zich levend voelt en vreugde aan kan ontlenen.



Tekening 2: Verwaarlozing van de ziel
De volgende tekening is gemaakt door een meisje dat de beschietingen overleefde op de Branch Davidians in de Amerikaanse stad Waco (Texas) in 1993.[9] De leeftijd van het meisje is mij niet bekend maar ik schat dat ze ongeveer vijf jaar oud is toen ze de tekening maakte, enkele weken na de schietpartij. Mijn keuze voor dit beeld is niet zozeer de enscenering die me raakte van de schokkende ervaringen van de aanval en de kogels die rakelings langs haar hoofd vlogen, maar omdat ik in het beeld sporen zie van rampen, trauma, van langer geleden.

WACOO (3).jpg

Op dit beeld zie ik een kind dat helemaal alleen in bed ligt als ze beschoten wordt. Ik zie geen moeder en vader die haar nabij zijn om haar ook maar de geringste beschutting en kalmering te bieden tegen de angst en horror van de beschietingen. De kogelgaten zijn zichtbaar in de (doorzichtige) muur en het raam dat aan de rechterkant van het huis uitsteekt of openstaat. Ook het kind dat bij het meisje op de kamer op bed ligt ondergaat hetzelfde lot. Het kind is helemaal aan zichzelf overgelaten en er is niemand die zich om het meisje bekommert.

Het valt me op hoe kaal het huis is. En in die kaalheid weerspiegelt zich de innerlijke leegte van het kind. Het vertelt over de diepe emotionele pijn en woede veroorzaakt door ouders die haar urgente behoeften aan emotionele communicatie, weerklank en weerspiegeling van haar ware zelf afwezen. Het kind ontwikkelt geen innerlijke zekerheid als zijn gevoelens niet serieus genomen worden en het niet op zijn eigen gevoelens en behoeften mag vertrouwen en dan raakt het kind van zichzelf vervreemd. Het is deze zelfvervreemding, deze kaalheid van de ziel van het kind, waar het op een geheime manier over vertelt. Wanneer het kind haar authentieke gevoelens moet onderdrukken en maar moet doen wat de ouders van haar willen is het afgesneden van haar vitaliteit en zelfexpressie. En dat gaat altijd gepaard met gevoelens van verwarring, verlatenheid, eenzaamheid, angst, boosheid en toorn. Een lijden dat het kind van de tekening alleen, in stilte, moest verdragen. Want ik heb geen signalen gelezen in het beeld dat het meisje in haar leven een Helpende getuige¹ had van wie ze wat troost kreeg, steun en liefde en traumatische ervaringen kunnen verzachten.

Bijna alle lijnen van het huis zijn rood en ik zie veel rechte en scherpe hoeken. Ik weet niet of het kind de beschikking had over verschillende kleuren waar het uit kon kiezen, maar de keuze voor rood vertelt me over de toorn die het meisje voelt als reactie op de ervaren kwellingen van de ouders in wiens macht het kind zich bevond. In de hoeken en punten zie ik in deze tekening niet zozeer de toorn van het kind, maar eerder het gestremde gevoelsleven van emoties en gevoelens die niet vrij door haar lichaam kunnen stromen en het gevolg zijn van de opvoedingswijze van haar ouders. Maar ook als de verwondingen van de ziel van het kind niet door de ouders zijn toegebracht, zoals de beschieting, zal het kind zijn woede en andere emoties altijd richten op zijn ouders. Want hoe verschrikkelijk de belevenissen ook kunnen zijn die anderen het kind aandoen het is de belevingswereld van het kind dat zijn ouders hem altijd beschermen.

Het beeld van het doorzichtige huis waar je naar binnen kan kijken beschrijft hoe diep pijnlijk de ziel van het kind gekwetst is en ze nergens haar ware gevoelens vrij kan beleven, omdat het overal gezien wordt en niets kan verbergen. ‘Het tot expressie brengen van authentieke gevoelens en behoeften kan alleen,’ schrijft Alice Miller in Het Drama, ‘als het kind aandachtige ouders heeft’ en dat blijkt niet de boodschap te zijn van het kind. En een kind dat niet kan leven naar haar eigen, ware gevoelens en deze moet onderdrukken en vergeten verkeerd in een emotioneel isolement.

Dit isolement en de eenzaamheid van het kind dat niet geliefd is beeld het meisje uit met de trap die opvallend in het beeld aanwezig is. De trap brengt het verwarde kind naar haar kamer, haar bed, waar ze in afzondering van de mensen naast haar moet blijven. Alleen met haar gedachten, gevoelens en verlangens naar veiligheid, nabijheid en verbinding. Met haar pijn alleen.    

In de linker lijn van het huis tot de hoogte van de linker deur op de eerste verdieping en de rechter lijn tot aan de bovenverdieping meen ik iets van gevoeligheid te zien van het verlangen van het meisje naar tederheid en affectie. En het oranje gekleurde raam drukt haar ware gevoelens uit van pijn en hulpeloosheid, omdat de hoop dat haar ouders haar gevoelens begrijpen en van haar houden zoals ze is langzaam veranderd is in gevoelens van hulpeloosheid. Zoals eerder gezegd zal een kind haar ouders niet direct beschuldigen want het houdt van hen, maar zal dat altijd op een geheime, verborgen manier doen. Misschien dat ze met de kleur oranje ook haar vreselijke hulpeloosheid heeft uitgedrukt van de situatie waarin ze verkeerde toen ze werd beschoten en zich niet kon verdedigen en ook niet kon vluchten.       

Verborgen in de wit gelaten ondergrond vertelt het meisje over de angst-terreur waarin zij jarenlang leefde en ze uitgeleverd was aan ouders en andere volwassenen die agressief waren en haar niet beschermden. Deze angst had betrekking op de angst van het kleine kind gestraft te worden als het haar behoeften zou voelen en zich zou verzetten tegen hun wrede behandeling. Dat er een angst-terreur heerste onder de Branch Davidion kinderen wordt bevestigd door de woorden van volwassen geworden kinderen. In een documentaire[10] die ik zag beschrijft een vrouw de situatie waarin de kinderen leefden: ‘Er was niets wat je goed kon doen als kind en we werden opgevoed met angst die overal aanwezig was’. In dezelfde documentaire vertelt een moeder dat ze met acht maanden de kinderen begonnen te disciplineren en dat ze zelf haar kleine kind tot bloedens toe sloeg om het te laten gehoorzamen. Het leven van de kinderen was al vroeg afgestemd op gehoorzaamheid en men kan zich voorstellen in welke angst deze kinderen geleefd hebben en dat elke poging zichzelf emotioneel tot expressie te brengen beantwoord werd met geweld. En met geweld bedoel ik niet alleen het fysieke, verbale of seksuele geweld tegen het kind gericht maar ook discipline is een vorm van gewelddadig gedrag omdat het de waardigheid, de integriteit, trots en onafhankelijkheid van het kind kwetst.

Ik wil de invloed van de aanval en de beschieting op het leven van het kind beslist niet bagatelliseren, maar we kunnen zien dat de vroegere verwondende ervaringen van het meisje overduidelijk, sterk in het beeld doorwerken. Het meisje laat door het beeld haar gevoelens spreken niet alleen van de recente gebeurtenissen maar ook die uit haar vroegste verleden. Waren haar vroegste ervaringen hartelijk geweest en had zij gevoeld dat ze werd liefgehad en gewaardeerd dan kon men dat herkennen in het beeld. Dan was het huis niet kaal en was er verbinding en dynamiek te zien geweest tussen het  kind en andere volwassenen en levensvreugde, tot uitdrukking gebracht op de unieke manier van het kind.

Hoe enorm en langdurig de impact is van vroege verwondende ervaringen op ons leven kan blijken uit een studie van onderzoekers van de Child Trauma Academy.[11] Zij onderzochten het relatieve belang van timing in blootstelling aan trauma op de ontwikkeling van kinderen. De belangrijkste bevinding van de onderzoekers was dat negatieve gebeurtenissen in de eerste twee levensmaanden en de vroege kindertijd sterker samenhangen met het functioneren op 11 tot 13 jarige leeftijd dan wanneer nadelige ervaringen later in de kindertijd ervaren worden. De onderdrukte geschiedenis van de eerste levensjaren heeft dus veel meer invloed op het functioneren dan latere belevenissen.

Het heeft me daarom verbaasd dat Bruce Perry in zijn artikel onder de tekening van het meisje wel de enscenering (re-enactment) noemt van de beschieting, maar de traumatische herinneringen verzuimt te noemen die eerder in haar leven plaatsvonden en die óók in het beeld te zien zijn. Ondanks dat Perry coauteur is van de onderzoeksbevindingen uit de hierboven genoemde studie en bovendien verschillende artikelen en boeken heeft geschreven over het effect van vroege verwaarlozing en mishandeling op het brein van jonge kinderen lijkt hij hier het wezenlijke over het hoofd te zien.

Het gevaar bestaat dat als we bij onszelf deze vroegste (gedissocieerde) herinneringen negeren en geen bewuste toegang hebben tot ons aller vroegste verleden het vroege lijden in de kindertekening en in andere manieren waarop het kind zich uitdrukt, niet wordt waargenomen. Maar de invloed van de vroegste ervaringen bewijst dat we met kinderen niet alleen in het hier-en-nu moeten praten maar ook hun vroege realiteit erbij moeten betrekken.

Men is geneigd als ouders, leerkracht en zelfs in de spreekkamer van de (kinder) therapeut de geschiedenis van het kind in de communicatie te vermijden. Helpt men het kind niet om deze vroege ervaringen onder ogen te zien dan kan het kind zichzelf nooit als een geheel ervaren en verbinding voelen met het kind dat het vroeger was. De vroege hulpeloosheid, eenzaamheid en het isolement worden met negeren van de onderdrukte emoties niet opgeheven en het kind blijft in een inwendige gevangenis leven.

Het herkennen van de geheime boodschappen in de verbale en non-verbale communicatie van het kind -en dus het herkennen van wat het kind van zijn ouders nodig heeft- is zonder confrontatie met onze eigen vroege waarheid onmogelijk. Dikwijls is een diepgaande therapie nodig  om de geheime codes in de kindertaal te ontrafelen en het is daarbij onvermijdelijk onze ouders vragen te stellen over de manier waarop ze ons behandelden toen we nog heel klein waren en hen niet meer te beschermen. Bewustwording van ons eigen lijden als kind is van levensbelang voor toekomstige generaties. Blijven we hierover in ontkenning dan laten we de enige kans zelf gezond te worden én de ander te helpen om ook gezond verloren gaan.

 



[1] Miller, A. (2009). Vrij van Leugens, Oorzaken en gevolgen van kindermishandeling. Houten: Het Spectrum.

[2] Dat onze vroegste ervaringen relatief meer invloed hebben op ons leven dan belevenissen die  plaatsvinden na het vierde levensjaar kan bijvoorbeeld uitgelegd worden door de grote reactiviteit van de amygdala (twee amandelvormige kernen van neuronen die een sleutelrol spelen in onze vroegste emoties, ons geheugen en reacties op gevaar) als het brein nog niet gerijpt is. Na het vijfde levensjaar neemt de gevoeligheid van de amygdala af als hersendelen meer tot ontwikkeling zijn gekomen en de functie van de amygdala overnemen. Bovendien zijn onze emoties zo georganiseerd, schrijft Antonio R. Damasio in zijn boek Descartes Error (1994) dat onze vroegste emoties die in het lichaam als informatie bewaard blijven, het fundament vormen voor onze volwassen emoties. Hoewel veelal onbewust oefenen deze vroegste emoties grote invloed uit op de manier waarop we voelen, denken en handelen.

[3] Perry, B. D. (2014) & The Child Trauma Academy. The Cost of Caring Secondary Traumatic Stress and the Impact of Working with High-Risk Children and Families.

[4] Met ‘zijn’ en ‘hem’ bedoel ik ook ‘haar’.

[5] Miller, A. (1997). Het Drama van het Begaafde Kind. Op zoek naar het ware zelf. Houten: Van Holkema en Warendorf.

[6] Met ‘ziel’ bedoel ik het ware zelf van het kind. Zijn of haar echte, authentieke gevoelens, behoeften en verlangens.

[7] Miller, A. (1992). Gij zult niet merken. Tachtig jaar psychoanalyse. Houten: Unieboek.
  Miller, A. (2002). Eva’s ontwaken. Over de opheffing van emotionele blindheid. Houten: Unieboek.

[8] Met voedende communicatie bedoel ik hier dat het kind geholpen wordt de tragische ervaringen bewust te beleven en de speciale gevoelens die daarmee verbonden zijn onder woorden te brengen. Want ook al zijn de catastrofen lang geleden gebeurd en heeft het kind geen bewuste herinneringen aan deze vroegste emoties, als het gekwetste kind erkenning krijgt van zijn verwondingen kan het de pijnlijke ervaringen verwerken. Het is niet de gebeurtenis op zichzelf die de diepste pijn bij het kind veroorzaakt, maar dat het zijn gevoelens niet kan uiten en er alleen mee blijft.

[9] De aanval en belegering op de Branch Davidians begon op 28 februari en eindigde op 19 april 1993. In de drie dagen die volgden op de aanval van de ATF (een politie eenheid) werden 21 kinderen aan de staat overgedragen. Waaronder vermoedelijk het meisje dat de tekening maakte.

[10] abcNEWS. (2018, 3 januari). Child survivors of Branch Davidian group recall life under David Koresh. Geraadpleegd op 10 december 2019, van https://abcnews.go.com/US/video/child-survivors-branch-davidian-group-recall-life-david-52117712

[11] ChildTrauma Academy. (2017, November). Meeting: Does the Timing of Exposure to Trauma Matter in terms of Children’s Developmental Outcomes? Newsletter. Geraadpleegd op 10 december 2019 van https://childtrauma.org/past-newsletters/  

 

 

 

Tags:

Picture 44.jpg

Laatste artikelen

Archief

Platform onze kindertijd © Rupz | Inloggen beheerder.