Een poging me de mond te snoeren

Gepubliceerd door Oliane op 8 december 2025

Jaren geleden ontving ik geheel onverwacht een brief van de politie. Er was iemand, de naam werd niet genoemd in de brief, die meende dat ik een strafbaar feit had gepleegd jegens de persoon, de aangever, van belediging, laster en me bij de politie voor dat feit had aangeklaagd. Met de brief werd ik, als verdachte in de zaak, uitgenodigd voor een verhoor. Deze brief was voor mij een hele schok en een stressvolle periode brak aan. Een tijd lang begreep ik niet waar het over ging maar kreeg een vermoeden. Eerst dan, bij het verhoor, werd me duidelijk wie de persoon in kwestie was die zich door mij beledigd voelde. Na dit verhoor begon ik anoniem gebeld te worden drie of vier keer per dag gedurende een week of drie. Dit was een vreselijk intimiderende manier die me veel stress bezorgde. Mij werd geadviseerd in geen geval de telefoon op te nemen omdat ik kon worden afgeluisterd. 

In deze periode was er ook een rode zwerfkater die ik eten gaf in de berging op de deurmat met de deur open zodat hij altijd weg kon als hij dat wilde. Het dier bleef altijd op een veilige afstand van mij en ik kon hem niet dichter benaderen dan tot een meter of vier. Op een keer, rondom de dag van de brief, had hij veel moed getoond en was tot vooraan in de keuken gekomen die aansloot op de berging. Daar zat hij dan naar mij knipogend op het keuken matje. In die nacht kreeg ik een droom over de kater. En die droom vertelde me de volgende ochtend hoe deze kater zijn enorme angst voor mensen zover had weten te overwinnen dat hij zelfs tot in de keuken was gekomen. Toen ik hier over nadacht kwam het inzicht dat mijn angst voor de hoorzitting en de hele kwestie voortkwam uit oude angst van het kind dat ik eens was. Want nu werd ik geconfronteerd met mensen waar ik als kind ernstig onder geleden heb en me in mijn volwassen leven doorgaans voor afgrens. Mensen die niet of niet volledig aan de kant van het kind staan. Het kind niet als gelijkwaardig zien. Zijn wil ondergeschikt vinden aan die van het kind en nog zoveel meer om op te noemen.   

Maar dankzij de moed van de rode kater samen met de inzichten die voortkwamen uit de droom kon ik nu met zelfvertrouwen en relatieve innerlijke ontspanning de hoorzitting tegemoet zien. Zogezegd zo gedaan. Wat er vervolgens gebeurde was dat ik merkte dat de agent die me verhoorde zich een beeld had gevormd van mij door het verhaal van de aangever die meende dat ik hem schade had berokkend en de agent momenten toonde van onzekerheid en verwarring omdat hij tegen zijn gevormde beeld in een aardig persoon voor zich trof met een zacht en vriendelijk gezicht. Deze kwestie werd mij door de aangever aangedaan en het enige wat ik kon doen was een goede advocaat nemen en de zaak goed voor bereiden. En dat was wat ik deed.

Twee jaar later werd ik opgeroepen voor de hoorzitting bij de rechtbank. Ik had vanaf het begin een bekwame advocaat, waar ik me dankbaar voor voel, en me goed voorbereid op deze hoorzitting en er zelfs naar uitgekeken omdat ik nu eindelijk de stem van het kind kon laten horen die ik destijds vertegenwoordigde. Nu zou ik eindelijk in de gelegenheid komen dacht ik toen me uit te spreken tegenover de officier van justitie, de aangever zelf, mensen van de jeugdzorg en eventuele anderen die ik niet kende.

De aangever had elke communicatie, elke betekenisvolle uitwisseling met mij door de jaren heen geweigerd en de brieven die ik schreef waarin ik de stem van het betrokken kind probeerde te laten horen werden niet beantwoord. Maar de aangever wilde wel deze brieven, geschreven vol affectie en emotie voor het lijdende kind, in de rechtbank als wapen tegen mij gebruiken. Zo van ‘kijk maar eens wat hier allemaal is geschreven door de verdachte’ en de aangever de slachtofferrol kon aannemen. Het ging om brieven die nooit op sociale media platforms waren gepubliceerd noch met anderen besproken. Marie-France Hirigoyen schrijft in haar boek Stalking the soul dat het weigeren van directe communicatie en een dialoog aan gaan een manier is te zeggen zonder dit direct tot expressie te brengen in woorden, dat de andere persoon: “… does not interest the agressor or that she doesn’t even exist.” Dit is wat ik ervaren heb met deze persoon en is een voorbeeld van gedrag van mensen die abusive zijn. Hirigoyen schrijft ook dat: “Violence, even when it is non-verbal, hidden, and smothered, can be transmitted by what is unspoken or implied, and will result in considerable anguish.” Nu ik hier zo over deze woorden nadenk herinner ik me hoe ik me destijds onder dat jarenlange weigeren heb gevoeld. Ik voelde me dikwijls onmachtig, verdrietig, opstandig, wanhopig en woedend over dit zwijgen van de aangever en nu moest ik nota bene voor de rechter verschijnen.      

Toen de dag kwam van de hoorzitting ging ik goed voorbereid op reis zo ook mijn advocaat die van ver moest komen. Eenmaal bij de rechtbank en na enige tijd wachten kreeg ik te horen dat de zaak was ingetrokken wegens gebrek aan bewijs en ik dus naar huis kon. Na eerst mijn advocaat op de hoogte te hebben gebracht die al halverwege was. Enerzijds voelde ik me opgelucht dat het voorbij was maar anderzijds voelde ik me teleurgesteld en verdrietig omdat al mijn inspanningen de stem van het kind te laten horen tevergeefs waren en zijn lijden zou continueren.

In mijn verweer bedoeld voor de zitting in de rechtbank over de kwestie schreef ik in de inleiding het volgende.

De manier waarop ik de beschuldiging van belediging, laster kan begrijpen.

Zoals ik het zie is de basis van het hele probleem waarvoor we hier met zijn allen zijn de onderdrukte kindertijd van de aanvrager en de daaruit voortvloeiende ongevoeligheid voor de gevoelens, behoeften en verlangens van het betrokken kind. De aangever heeft zich afgesloten voor het eens voelende kind dat de aangever zelf eens was en die afsluiting komt neer op ongevoeligheid en blokkeert zijn empathie die nodig is om met het kind mee te voelen en het van daaruit te ondersteunen. Het kind te zien en te horen. Te begrijpen en serieus te nemen en op zijn signalen, gevoelens, behoeften en verlangens ingaan en door erkenning van de eigen ware gevoelens het kind eerlijk terzijde staan zonder aan zelfbedrog te doen.

Met deze aanklacht van laster, krijg ik de positie van zondebok voor al die ongewenste en ongemakkelijke gevoelens die mijn woorden kennelijk oproepen bij de aangever. Dat is niet verwonderlijk omdat ik het kind vertegenwoordig en dat roept meestal veel onbewuste angst op en afweer. Maar ook gevoelens van gekwetst zijn, wrok, schaamte en schuld kunnen door mijn woorden gewekt worden. Dat is de ervaring die ik heb met ouders die mijn praktijk bezoeken wegens problemen met hun kinderen. Deze gevoelens moeten zeker serieus genomen worden want zij zijn een aanwijzing dat er vroeg in het leven iets gebeurd is met de aanvrager en hij hulp nodig heeft. Deze gewekte gevoelens kunnen tot belangrijke inzichten leiden over het ontstaan van problemen in de ouder-kind relatie.

Maar uit angst voor de eigen pijnlijke waarheid worden deze gevoelens dikwijls afgeweerd. Het is de ervaring die ik heb dat beschuldigingen en verwijten naar anderen toe vaak niet bewust waargenomen gevoelens, behoeften en verlangens zijn van een heel klein kind en dus, omdat ze onbewust zijn gebleven men er geen ‘ownership’ over draagt en deze nooit bewust beleefde gevoelens van boosheid, woede, pijn en verdriet van het hele kleine kind verplaatst worden naar een zondebok. Maar zolang we de ander als zondebok gebruiken voor onze eigen niet doorleefde gevoelens uit de kindertijd kunnen we niet tot zelfbeschouwing, zelfreflectie komen. De aanklacht van de aangever zie ik als een poging de stem van het kind dat in hem zelf leeft legaal tot zwijgen te brengen wat neerkomt op ernstig zelfbedrog. Maar ook, en zo vreselijk tragisch vind ik, dat de aangever ook legaal de stem van het betrokken lijdende kind tot zwijgen probeert te brengen alsook mijn eigen volwassen stem. Daarom ben ik hier naar toegekomen. Om het kind een stem te geven en te voorkomen dat het tot zwijgen wordt gebracht. Alice Miller, psycholoog en tevens onderzoeker op het gebied van de kindertijd en wereldberoemd geworden met haar boek Het Drama van het Begaafde Kind schreef 13 boeken over het onderwerp.

Tags:

Picture 44.jpg

Laatste artikelen

Archief

Platform onze kindertijd © Rupz | Inloggen beheerder.